Schriktraining

Waarom?

Veel mensen zijn bang dat hun paard op hol slaat als ze voorbij bepaalde dingen lopen. Met name dan dingen waar veel paarden bang van zijn. Om te voorkomen dat een paard zodanig schrikt dat hij zo hard mogelijk weg rent kan er schriktraining gedaan worden.

 

Doel

Het doel is om het paard om te leren gaan met angsten op een ander manier dan ervan weglopen. We gaan zo proberen aan te leren om hun angsten onder ogen te komen. Dat is het voornaamste aspect van schriktraining. Dus het hoofddoel van schriktraining is niet ze af te leren van ooit nog bang te zijn, hoewel het paard van de meeste dingen ook niet meer bang zal zijn en dit mooi meegenomen is natuurlijk, maar om het paard te leren om te gaan met de angst of het schrikken zelf. Hierdoor zal het paard veel minder snel schrikken en als het paard toch schrikt, maar slechts enkele stappen weglopen in plaats van misschien op hol te slaan.

Waarom is het afleren van angst voor een specifieke voorwerpen of situaties niet het hoofddoel?

Natuurlijk doe je dit ook tijdens schriktraining en dat is mooi meegenomen. Het is zelfs een belangrijk iets als het paard specifieke dingen heeft waar hij bang van is. En dit zal natuurlijk ook gebeuren met schriktraining. Maar je kan onmogelijk elke mogelijke situatie of elk mogelijk voorwerp gebruiken om ervoor te zorgen dat je paard er niet van schrikt. Er zullen altijd dingen blijven bestaan waarbij het paard kan schrikken. Daarom is het paard met angst of schrikken leren omgaan zo belangrijk.

 

Werkwijze

In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden ga je niet het paard continue zo aan het schrikken brengen dat het paard zich genoodzaakt voelt hard te vluchten. Je gaat eigenlijk eerder werken met spanning en ontspanning. En hierbij is het doel de spanning niet te hoog op te laten lopen en het paard te laten zien dat alles veel minder spannend is als hij zo snel mogelijk de angst onder ogen ziet. Je paard gaat zo leren zoeken naar ontspanning en zal dit vinden door de angst onder ogen te zien. Wat is hiervan het voordeel? Het paard zal leren dat zo hard mogelijk weglopen minder goed werkt dan wat beter kijken naar het object. Als je paard dan al wegloopt van een object zal dat heel kort zijn waarna het paard gaat kijken naar het object. Hierdoor zal hij sneller inzien dat iets helemaal niet zo gevaarlijk is als hij eerst dacht. Omdat je bovendien tijdens schriktraining zelf op een goede manier met het object en het gedrag van het paard omgaat gaat het paard leren om steun bij je te zoeken als hij bang is. Dat zorgt er dus voor dat het paard sneller en meer op jou fixeerd dan op weglopen. En het paard fixeerd ook meer op de situatie dan op weglopen. De nadruk op weglopen is dus sterk geminderd en dat wil je hebben. Dan kan het paard met jou hulp de angst onder ogen zien en zal het paard veel minder en veel minder ver weg rennen.

Natuurlijk moet je niet verwachten dat je op 1 of 2 sessies heel veel resultaat gaat boeken. Na elke sessie zal het paard niet meer of toch een stuk minder bang zijn van de gebruikte objecten. En dat is goed. Maar het kost een stuk meer tijd om het paard te leren om de vluchtreactie bij nieuwe dingen die eng zijn, te minderen.

Maar nu dus de feitelijke werkwijze. Hieronder komt de werkwijze die mijn absolute voorkeur heeft. Naarmate er meer tijd verstrijkt zullen er nog 2 andere methoden volgen die ook een voorkeur hebben op alle andere methoden die ik tot dusver ken.

Vrijheid

Dit is mijn absolute voorkeur bij de meeste training, maar voornamelijk bij schriktraining. Hoe meer vrijheid paarden hebben hoe beter ze met angst om kunnen. Waarom? Omdat paarden vluchtdieren zijn. Als paarden merken dat ze minder kunnen vluchten dan ze noodzakelijk vinden of dan nodig kan zijn in hun opinie zullen ze minder snel iets vertrouwen en meer op hun hoede zijn en dus ook meer gestressd zijn. Ze zullen sneller heftiger reageren, eerder geneigd zijn om weg te vluchten en eerder de noodzaak voelen zich te verdedigen. Hiermee bedoel ik niet dat het niet kan als je niet in vrijheid werkt, maar wel dat het vaak (ook niet altijd) sneller resultaat oplevert en makkelijker is om te doen.

Hoe begin je er nu aan? Wel, je zorgt er om te beginnen voor dat je paard in een relatief groot stuk staat waarin je gaat werken met het paard. Je laat het paard volledig los (halster wel of niet is meestal niet zo van belang). Je neemt vervolgens het object dat je wil gebruiken. Je houdt het voorwerp zo dat het goed zichtbaar is voor het paard en wandelt recht op het paard af. Als je paard spanning vertoond, stop je even met wandelen. Ontspant het paard zet je een pas achteruit. Ontspant het paard niet, dan wacht je nog even. Als het paard alsnog ontspant zet je een pas achteruit, wacht even en gaat terug op het paard af. Als het paard niet ontspant ga je gewoon een stukje verder en probeer je hetzelfde met een hogere spanning bij het paard. Probeer bij elk teken van ontspanning of onderzoek te belonen. Dus ook er goed naar kijken, zich ernaar toe draaien ed is goed genoeg om een stapje terug achterwaarts te zetten. Dat doe je omdat je wil dat je paard zijn angst onder ogen komt daar dit de eerste stap is tot ontspanning in de meeste gevallen. Zo kort je langzaam de afstand in. Als je bij het paard bent, raak je het paard ermee aan. De hoeveelheid tijd waarmee je het paard aanraakt wordt stilaan opgebouwd. Uiteindelijk is het doel dat het object overal het paard mag raken, op, over en onder het paard gegooid kan worden,…

Als het paard ergens in het proces wegrent (dit is niet het doel, maar ook niet erg als dat eens gebeurt en soms zelfs noodzakelijk) wandel je achter het paard aan. Je gaat niet sneller dan stap, maar altijd zo recht mogelijk op je paard af. Je snijdt dus zijn bochten af ed. Vanaf dat het paard terug iets vertraagt of zich wat draait, of moeite probeert te doen om zich wat te focussen op het object, stop je met naar het paard toe wandelen. Bij een vertraging of stop zet je ook nog een stapje achteruit. Dat herhaalt zich tot je op de tot ongeveer de grens geraakt waarop het paard daarvoor weg liep. Blijft het paard op die grens staan (je gaat dus niet terug over de grens, maar blijft op de grens), dan gun je jezelf en het paard eventjes rust. Daarna begin je terug en ga je de grens verleggen op dezelfde manier. Wees zacht en voorzichtig wanneer nodig. Maar bedenk dat je het paard ook ongerust kan krijgen door het nodeloos voorzichtig te doen.

Begin klein. Bvb een nieuwe borstel die er wat vreemd uitziet, of een doek. En ga langzaamaan naar moeilijkere dingen. Bvb een spuitbus voor water (is handig als je ooit iets op het paard moet spuiten), een voetbal, een paraplu, een plastic zak, vuilzakken,… Zelfs vuurwerk (de kleinere varianten) kan gebruikt worden in verder gevorderde fases.

Denk eraan, het laatste dat je wil is je paard in een hoekje drijven waar hij bijna niet uit kan ontsnappen om hem dan te verplichten in contact te komen met het voorwerp. Hoewel dat aanlokkelijk kan lijken (en dit zelfs in vrijheid mogelijk is om te doen), vervallen de voordelen van het werken in vrijheid volledig als je dat doet. Moest het toevallig voorkomen dat het paard zichzelf wat in een hoekje heeft opgesloten, geef dan veel ruimte aan 1 kant waarlangs het paard terug weg kan indien nodig en benader tegen de de omheining aan de andere kant dan de vluchtkant. Geef desnoods even wat extra ruimte door een boog te maken op gelijke afstand van het paard naar een kant langs waar je het beter acht het paard te benaderen in die hoek.

 

Samenvatting

Het doel is om het paard te helpen zijn/haar angsten onder ogen te komen in plaats van weg te vluchten. Hierbij werk je in voorkeur in vrijheid. Geef je paard de ruimte om te kunnen vluchten. Blijf tijdens het volledige proces vriendelijk en geduldig.

Plaats een reactie